 |
|
 |
 |

 |
West Nile koorts (of West Nile fever)
|
 |
 |
 |
Over de ziekte |
|
 |
Oorsprong
De door het West Nile virus veroorzaakte ziekte, ook West Nile fever (koorts) genoemd, is een zoönose waarvoor een arbovirus van de familie van de Flaviviridae verantwoordelijk is.
West Nile fever is een virusziekte bij wilde en gedomesticeerde vogels. De ziekte kan door steken van een vectormug op zoogdieren worden overgedragen vanuit het bij vogels aanwezige reservoir. Paarden en mensen zijn het meest gevoelig voor de ziekte en kunnen een ziektebeeld ontwikkelen. Andere diersoorten (hond, schaap, eekhoorn, enz., …) kunnen eveneens worden besmet maar ontwikkelen zelden of nooit symptomen.
Klinische symptomen
Vogels zijn meestal alleen dragers/reservoirs van het virus en ontwikkelen veelal geen ziektetekens. Toch blijken sommige soorten meer vatbaar te zijn dan andere (met name wilde soorten zoals roofvogels en kraaiachtigen): bij deze diersoorten stelt men algemene ziektetoestanden vast (lethargie, vermageren, depressie) in combinatie met neurologische stoornissen (verlamming, ataxie, scheve hals, ongecoördineerde bewegingen) en een soms hoge sterfte.
Bij paarden verloopt de ziekte meestal asymptomatisch. Bij de paarden, die een klinische infectie ontwikkelen, uit de ziekte zich op zeer verschillende wijze, gaande van een gewoon griepsyndroom (koorts) tot encefalitis, encefalomyelitis en verlamming van de achterste ledematen. 30 tot 40 % van de paarden met een ziektebeeld gaan dood.
Bij de mens verlopen ongeveer 80% van de infecties asymptomatisch. Ongeveer 20% van de besmettingen gaan gepaard met pseudo-griepsymptomen die na 7 tot 10 dagen verdwijnen. Slechts 0,1% van de besmettingen geven aanleiding tot de ontwikkeling van een encefalitis met soms dodelijke afloop.
Overdracht
Muggen (voornamelijk deze van het genus Culex) liggen aan de basis van de overdracht van het virus. Een mug raakt besmet terwijl ze bloed zuigt van een vogel die drager is van het virus; ze kan andere vogels besmetten als ze deze daarna steekt.
De belangrijkste gastheren van het virus zijn vogels, zowel wilde als gedomesticeerde (eenden, duiven, …). Zij spelen een cruciale rol in de verspreiding van het virus. Met name trekvogels kunnen in het voorjaar het West Nile virus uit Afrika meebrengen naar de gematigde streken in Europa en Azië waardoor een vogel/mug-cyclus tot stand kan komen bij de lokale fauna.
Wanneer een aantal voorwaarden samen voorkomen (virusvermeerdering binnen de lokale reservoirpopulatie, aanwezigheid van zowel ornithofiele als zoöfiele muggen, …) kan de vectormug het virus ook overbrengen op zoogdieren en mensen terwijl ze die steekt.
Zoogdieren en mensen zijn “dead-end” gastheren, dat wil zeggen dat zij niet aan de oorsprong kunnen liggen van een infectie van een mug wanneer die bij hen bloed zuigt. Er werden echter wel gevallen van besmetting door bloedtransfusie bij mensen gemeld. Besmetting via besmette bloedproducten is ook mogelijk bij paarden.
Behandeling
Er bestaat geen specifieke behandeling voor de infectie. Bij paarden of mensen kan men de symptomen behandelen al naargelang van de ernst ervan. Bij de neurologische vormen van de ziekte moet de patiënt meestal in het ziekenhuis worden opgenomen. |
 |
 |
Preventie- en bestrijdingsmaatregelen |
|
 |
Preventie
De preventie is toegespitst op 3 verschillende aspecten: het beheersen van de vector, de vaccinatie van paarden en de monitoring van wilde vogels.
Het is niet mogelijk alle contact met de vector te beletten, maar men kan wel een aantal preventiemaatregelen toepassen om dat contact te beperken. Die maatregelen kunnen worden onderverdeeld in twee categorieën:
- Individuele preventiemaatregelen:
- het gebruik van afweermiddelen,
- minder buitenactiviteiten op de momenten van de dag waarop de muggen het
actiefst zijn,
- het dragen van gepaste kledij, namelijk lichtgekleurde kledij waarbij zo
weinig mogelijk huid onbedekt is en gemaakt uit een voldoende dicht weefsel
zodat de muggen er niet door kunnen steken.
- Preventiemaatregelen met betrekking tot het milieu:
- het gebruik van geschikte materiële barrières (gesloten deuren,
klimaatregelaars, horren),
- het gebruik van insecticiden,
- het verwijderen van plaatsen waar muggen eitjes leggen en de larven tot
ontwikkeling komen, dat wil zeggen verwijderen van alle recipiënten waarin
stilstaand water kan voorkomen dat gunstig is voor de ontwikkeling van eitjes en
larven.
Op de Europese markt is thans een vaccin beschikbaar om paarden te vaccineren. Dat vaccin mag worden toegediend aan alle paarden die ouder zijn dan 6 maanden. De eerste toediening moet gebeuren door middel van 2 inspuitingen met een tussentijd van 3-5 weken; nadien volstaat jaarlijks een herhalingsinenting.
In de periode van 2010-2016 werd in België een monitoring georganiseerd enerzijds om de diagnostiek op punt te stellen en anderzijds om de toestand omtrent WNV in ons land in kaart te brengen. Die monitoring heeft uiteindelijk geen spoor van WNV aangetroffen in de populaties wilde vogels in ons land.
Bestrijding
Omdat een besmet paard een te lage viremie heeft om een vectormug te kunnen besmetten, kan dat paard de West Nile fever niet overdragen op andere paarden of op mensen. De toepassing van specifieke bestrijdingsmaatregelen voor paarden zoals beperkingen van het verkeer of het doden van dieren is bijgevolg weinig relevant. De enige twee maatregelen die van kracht zijn bij bevestiging van een geval van West Nile fever zijn:
- het uitvoeren van een epidemiologisch onderzoek om met name de mogelijke
oorsprong van de ziekte vast te stellen,
- het vernietigen van de bloedproducten van een besmet paard dat zich in een
bedrijf bevindt of in de 15 dagen die aan de bevestiging van het geval van West
Nile fever voorafgaan in een bedrijf werd gehouden.
Operationeel handboek voor de bestrijding van de West Nile ziekte (PDF) |
 |
 |
Wetgeving |
|
 |
West Nile fever is een aangifteplichtige besmettelijke ziekte. Elk vermoeden
moet onmiddellijk worden gemeld aan de locale controle-eenheid van het
FAVV.
Belgische wetgeving
Koninklijk besluit van 03 februari 2014 tot aanwijzing van de dierenziekten die vallen onder de toepassing van hoofdstuk III van de dierengezondheidswet van 24 maart 1987 en tot regeling van de aangifteplicht (B.S. van
11/03/2014)
(Nummer NUMAC -
2014024064 - voor de gecoördineerde wetgeving)
Koninklijk besluit van 01 december 2013 betreffende de veterinairrechtelijke voorschriften voor het verkeer van paardachtigen, de invoer van paardachtigen uit derde landen en de doorvoer (B.S. van
20/12/2013)
(Nummer NUMAC -
2013024432 - voor de gecoördineerde wetgeving)
Koninklijk besluit van 01 februari 2012 houdende maatregelen van diergeneeskundige politie met betrekking tot de virale encefalitiden bij de paardachtigen (B.S. van
07/03/2012)
(Nummer NUMAC -
2012024081 - voor de gecoördineerde wetgeving)
Europese wetgeving
Richtlijn 2009/56/EG van de Raad van 30 november 2009 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het verkeer van paardachtigen en de invoer van paardachtigen uit derde landen
(P.B. van
23/07/2010)
(de geconsolideerde wetgeving raadplegen) |
 |
 |
Situatie in België en in het buitenland |
|
 |
Situatie in België
Er viel tot nu toe geen enkel geval van West Nile fever te betreuren in
België, niet bij de wilde fauna en evenmin bij de paardenpopulatie of bij
mensen.
Situatie in het buitenland
In Europa
West Nile fever dook voor het eerst in Europa op in de jaren 1960, in Frankrijk. Sinds de jaren 1990 zijn de frequentie en de ernst van epizoötieën en epidemieën sterk toegenomen. Aanvankelijk werden de meeste humane gevallen alsook uitbraken bij paarden vastgesteld in het Middellandse Zeegebied maar de laatste jaren worden ook elders gevallen gerapporteerd en is het duidelijk dat WNF aan een opmars bezig is.
Zo werden in 2019 in Europa 410 humane gevallen gerapporteerd: 223 in Griekenland, 53 in Italië, 16 in Cyprus, 4 in Oostenrijk, 4 in Duitsland, 2 in Frankrijk, 66 in Roemenië, 36 in Hongarije, 5 in Bulgarije en 1 in Slovakije.
Wat de uitbraken bij paarden betreft werden er in 2019 in Europa 93 uitbraken gemeld: 31 in Duitsland, 21 in Griekenland, 13 in Frankrijk, 8 in Italië, 7 in Hongarije, 6 in Spanje , 4 in Oostenrijk en 3 in Portugal. Daarbij werden er ook 54 gevallen bij de wilde fauna vastgesteld, 53 in Duitsland en 1 in Griekenland.
Buiten Europa
Het West Nile virus komt overal ter wereld voor. Het is endemisch in Afrika. Het is thans ook wijd verspreid in Azië, het Midden-Oosten (Israël, Turkije), Rusland (waar het met name endemisch is in de streek rond de Wolga en de Wolgadelta), Australië, Noord-Amerika en Zuid-Amerika.
Het West Nile virus is in 1999 opgedoken in de Verenigde Staten, meer bepaald in de staat New York, waar het tot dan toe totaal onbekend was. Het virus heeft zich geleidelijk verspreid over de rest van Noord-Amerika, ook in Canada, en bereikte uiteindelijk de Westkust in 2002. Het virus werd in 2002 voor het eerst geïdentificeerd in Mexico en werd daarna ook nog aangetoond in Zuid-Amerika: in 2004 in Colombia en in 2006 in Argentinië.
|
|
 |
 |